Ik ben een dubbelbloed. Lang was ik mij daar niet van bewust. Als opgroeiend meisje was ik onwetend en naïef, als twintiger onbekommerd met een twist van verwarring, pas na de geboorte van mijn zoon op mijn dertigste verlangend en nieuwsgierig naar mijn dubbele achtergrond. Drie fases die mijn leven kleuren. Mijn eerste onvergetelijke trip naar Suriname heeft de toon gezet voor de fase waarin ik nog steeds verkeer. Verlangend naar het blootleggen van mijn wortels. Nieuwsgierig naar wie ik ben en waar ik vandaan kom. ‘Dubbelbloed’ is een culturele én persoonlijke zoektocht met een verwarrende conclusie: ondanks mijn verwoede pogingen aansluiting te vinden, hoor ik nergens bij. Niet bij mijn witte Nederlandse familie noch bij mijn zwarte Surinaamse familie. Maar is dit erg? Ik dreigde voorbij te gaan aan datgene wat mij werkelijk kracht geeft: autonomie. Mijn zoektocht leverde mij dit inzicht op. Onafhankelijkheid en zelfstandigheid, ze overstijgen afkomst en kleur. Ik wil me overal thuis kunnen voelen, zonder mezelf te verloochenen. Daar ligt mijn uitdaging. Lekker mijn moksi leven. Zoals ik dat iedereen toewens.