
Trots op mijn Opa
Mijn oudste neef Henk is verhuisd van Haarlem naar een woonzorgcentrum in Enschede. Dat is honderdvijftig kilometer van Amsterdam dus voor mij een stuk verder rijden. Maar, andere famirie, dat zijn mazzelaars, zij wonen om de hoek, wat geweldig is voor hen én voor hem. Gelukkig is het niet de afstand die de nabijheid bepaalt, van kinds af aan voel ik een sterke band met hem.
Ik kwam helpen met inpakken. Zijn dochter en zoon hadden al hard gewerkt en terwijl zij met de eerste volgeladen vrachtwagen naar Enschede vertrokken, bleef ik bij hem. We kletsten, namen elkaar op de hak en lachten. Zoals altijd gezellig, al is het een verwarrende tijd voor hem. Mijn stonfutu, neef Henk, sliert met zijn gedachten veel door het verleden. Hij flipflopt tussen toen en het heden dat er voor hem heel anders uitziet dan pakweg tien minuten geleden.
Ik dwaalde en sliertte met hem mee, terwijl ik zijn keukenkastjes leeghaalde. Een snelkookpan, een rijststomer een wok en twee pannensets. Voorzichtig stapelde ik het in een hoge doos. De bodem van de ene pan kletste tegen de deksel van de andere. Ik telde een stuk of zeven aardewerken en glazen ovenschalen en, uiteraard, een rijstblik waarin de noodzakelijke tien kilo rijstvoorraad. Potjes vol met sluitertjes voor boterhamzakjes en bakjes, véél plastic bakjes.
‘Handig hoor voor als je naar je werk moet bijvoorbeeld maar ook om eten in te doen toch,’ verklaarde hij zijn keukenboedel.
Een beetje Surinamer zorgt dat er met gemak voor twintig man gekookt kan worden én dat de gasten – veel – eten mee kunnen nemen.
Hij liep naar zijn slaapkamer en kwam terug met een rolletje dik papier en gaf het aan me. Verwonderd pakte ik het aan. Mijn neef kreeg die kwajongensachtige “dat had je niet gedacht, hè”-blik in zijn ogen.
‘Kijk maar wat het is,’ zei hij met een kort vrolijk en spottend lachje dat zo typisch voor hem is.
Het papier kraakte subtiel toen ik het openrolde en zag het portret van mijn – en zijn – opa. Het is met potlood getekend, met perfecte lijnen en schaduwen. Opa kijkt me aan met een veel zachtere blik dan de blik van de foto die als voorbeeld gediend heeft voor dit portret.
Henk heeft hem een menselijk gezicht gegeven in plaats van de man die me in zwart-wit, uit de hoogte, afstandelijk en autoritair aankeek. In tegenstelling tot de verhalen over mijn oma, heb ik over mijn opa weinig liefdevols gehoord. Voor het eerst voelde ik een vlaag van genegenheid en zelfs trots voor de vader van mijn vader, geboren in het gebied Boven-Commewijne Suriname in 1903. Míjn opa.
‘Mooi getekend, neef,’ fluisterde ik bewonderend.
Met een schuin lachje, knikte hij me toe, kneep zijn ogen een beetje dicht en zei: ‘Je mag het hebben, het is voor jou.’
Zijn geest sliert maar één kant op. Liefde.
Altijd als eerste de nieuwste blogs lezen? Abonneer je op het Dubbelbloed blog.
www.dubbelbloed.eu/abonneer/
Bestel hier een exemplaar van Dubbelbloed!