Dode hoek en feminisme
Vanmorgen werd ik gebeld door een journaliste, ze schrijft een artikel over dolle mina ’s en wat er van hun standpunten, slash het feminisme, geworden is. ‘Hoe ben je bij mij terechtgekomen?’ vroeg ik haar. Ze leek verbaasd dat ik haar deze vraag stelde.
‘We hebben een lijst samengesteld van vrouwen die een krachtige boodschap hebben,’ vertelde ze, ‘u heeft een bekende stem, een boek geschreven over identiteit, dat is interessant. En ik ben reuzebenieuwd wat feminisme voor u betekent in uw leven?’
Ze klonk vriendelijk. Ik herkende de manier van spreken van een generatie die niet meer weet dat een Nederlandse r geen ‘airw’ is, maar moet rollen.
Ik kon het niet laten háár vragen te stellen. Ze heeft diverse boeken op haar naam staan en loopt al jaren mee bij de glossy magazines. Al snel kwamen we bij het heikele onderwerp: de witte media versus de multiculti samenleving.
‘Als je ervan uitgaat dat het publieke bestel (de NPO!) voor iedereen is, hoe bestaat het dan dat de programma’s gedomineerd worden door steeds dezelfde mensen?’ Dat vroeg ik haar.
We waren het snel eens dat er een lacune is tussen wat gerepresenteerd wordt op radio en tv, en de echte wereld. Alleen, onze benadering was anders.
Zij: ‘Ik zie uitsluitend mannen die de specialist, professor of ondernemer zijn. Er zijn zoveel vrouwelijke ondernemers, waarom laten ze die niet zien?’
‘Dit is wat ik bedoel,’ zeg ik, ‘jij ziet mannen. Ik zie witte mannen, een enkele witte vrouw en nauwelijks mensen met een andere culturele achtergrond. Tenzij,’ schamper ik, ‘het over muziek of sport gaat. Of criminaliteit, vulde mijn Marokkaanse nichtje mij onlangs aan.’
‘Toch is het mij niet opgevallen,’ vervolgde de journaliste openhartig, ‘terwijl dit niet nieuw voor me is, ik weet het al heel lang. En hoe gekmakend het is dat je geen verandering ziet en dat maakt je woedend.’ Haar stem steeg in toonhoogte en ik hoorde haar licht hijgen.
‘Ik heb een dode hoek.’ Ze klonk terneergeslagen. ‘Hoe kan dat?’ Haar stem klonk als een fade-out. Het bleef stil en ik liet het kwartje bij haar vallen.
‘Omdat jij het niet vóelt.’ Ik stelde me voor dat ze knikte met haar hoofd, weer bleef het stil.
Ik zat aan de telefoon met een wildvreemde vrouw, die mij zou interviewen, hooguit een kwartiertje. Inmiddels was er een half uur voorbij, omdat wat in mijn hart leeft een uitgang zocht.
Plotseling hernam ze het woord: ‘Het schokt me dat het me wéér schokt, terwijl ik al jaren weet hoe geprivilegieerd ik ben, maar ik zit ook maar in mijn bubbel te schrijven voor een groep – witte – vrouwen die met mij in dezelfde bubbel zitten.’
‘Het ontroert me dat je zo eerlijk bent.’ Ik voelde me kwetsbaar terwijl ik verderging: ‘Meestal, áls ik dit onderwerp al ter sprake wil of durf te brengen, krijg ik een verdedigend antwoord zoals: dat valt toch wel mee? Toen en toen, zag ik die en die, in dat programma en laatst in de krant zag ik veel gekleurde mensen hoor!’
Ze zei dat ze zich geneerde. Ik zei, dat hoeft niet.
‘Maar wat kan ik dan doen?’
Solidair zijn, niet meer accepteren. Er oog voor hebben, wakker zijn! Maak het ontbreken van kleur net zo belangrijk als het ontbreken van vrouwen. Schrijf het op een post-it. Op je facebook-wall op insta. Plak een sticker. Ik weet wel een mooie.’ Ze grinnikte en vroeg: ‘Wat dan?’
‘Pas op! Dode hoek.’ We lachten samen.
Daarna hadden we nog een mooi gesprek over het vóórleven van feminisme. Wordt vervolgd.
Altijd als eerste de nieuwste blogs lezen? Abonneer je op het Dubbelbloed blog.
www.dubbelbloed.eu/abonneer/
Bestel hier een exemplaar van Dubbelbloed!