Onverwacht bezoek
Vannacht heb ik met haar gesproken, of liever gezegd: zij met mij. Ze sprak me zacht toe dat ik niet meer verdrietig hoefde te zijn. Ze vertelde me dat ik niet langer hoefde te huilen omdat het goed met haar was. Ze glimlachte vredig. Dat viel me op, dat ze vrede wás. Dat ze liefde wás. Ze voelde zo dichtbij dat ik haar warmte kon voelen. Ik probeerde tegen haar aan te schurken, zodat ik haar geur kon opsnuiven. Maar het leek alsof een zachte ring van energie tussen ons in zat die terugkaatste als rubber. We keken naar elkaar, ieder vanuit onze wereld terwijl de tijd stilstond. Ze zei: je mag me loslaten. Haar beeld vervaagde, maar haar nabijheid heb ik tot in de vroege morgen gevoeld.
Tjongejonge, na bijna achttien jaar kom je me een boodschap geven, grinnik ik in mezelf. Kennelijk betekent tijd iets heel anders in het hiernamaals.
Werd ze opgeroepen doordat ons nichtje – die uiterlijk enorm op haar lijkt – in háár mooie witte jurk die avond in mijn huis was? Opgesmukt voor een themafeest “Back tot the eighties” leek ze een reïncarnatie van mijn zus. Of zou het kunnen zijn dat door de dood van onze hond mijn innerlijke wereld meer dan ooit geopend is en ik daardoor haar boodschap kan ontvangen? Een andere mogelijkheid is dat ze zich toonde omdat ik het boekje van de Mexicaanse sjamaan Don Miguel Ruiz “Meesterschap In Liefde” aan het lezen ben. Een aanrader van mijn raadgever en inspirator filmregisseur Pim de la Parra, die me verzekerde dat het mijn leven zou veranderen.
Surinamers zeggen dat je mét iemand droomt, niet over iemand. Voor mij is er geen twijfel over mogelijk dat ik afgelopen nacht mét haar was.
Dromen mét iemand en andere Surinaamse overtuigingen en rituelen rondom de dood zitten inmiddels diep in mij geworteld. Tot de dood van mijn neef Lando – hij overleed bij de vliegtuigramp op 7 juni 1989 op luchthaven Zanderij in Suriname – had ik geen kennis van de Surinaamse rouw- en begrafenisrituelen. Na Lando volgden vele familieleden, waaronder mijn vader. In rap tempo leerde ik wat rouwen en verwerken was.
Heel andere koek dan ik tot dan toe gewend was van de Nederlandse gebruiken, zacht snikken in een zakdoek, met het hoofd naar beneden. Koffie en één plak cake achteraf. Soms nog een drankje en een bitterbal extra.
Surinamers laten van zich horen én ze willen overal bij eten. De avond vóór de begrafenis een singi neti, waar gezongen, herinnerd en gerouwd wordt. De begrafenis met het indrukwekkende dansen en ronddraaien met de kist op de schouders van de dragiman, Surinaamse dragers. De zevende en achtste dag na de begrafenis, sebi en ayti dey met al het eten dat de overledene lekker vond, tenslotte siksi wiki waarmee de eerste rouwperiode van zes weken wordt afgesloten.
Dat wil ik ook, na mijn heengaan een rituele wasi en daarna de hele rataplan. Tot het zover is probeer ik de dood los te laten, precies zoals mijn zusje mij influisterde.
Onze Carmen zou vandaag 14 augustus 54 jaar zijn geworden.